Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Na [49]deze geschiedenis keerde zich Jerobeam niet van zijn bozen weg; maar maakte [50]wederom priesters der hoogten [51]van de geringsten des volks; [52]wie wilde, [53]diens hand vulde hij, en werd een van de priesters der hoogten. 49. Te weten, na de wonderwerken, die God gedaan had aan zijn hand, die haastelijk dorde en weder gezond geworden was; aan het altaar, dat vanzelf, zonder toedoen der mensen, spleet en scheurde, aan den profeet van Juda, die naar de goddelijke voorzegging in zijner vaderen graf niet gekomen was. 50. Zie boven, hfdst.12 vs.31,32. 51. Zie boven, hfdst.12 vs.31. 52. Anders, wien hij wilde, enz. 53. Dat is, dien maakte hij priester. Zie Ex.28:41, en Lev.7:37.